Eigenlijk is het begrip essay een onhandig containerbegrip geworden dat vaak alleen maar verwarring oproept. Pleidooi voor een andere term die meer recht doet aan de zinnelijke kant van het genre
Binnenkort ga ik weer les geven aan tweedejaars van de Schrijversvakschool. Dat zijn ambitieuze mensen die goede fictie willen schrijven, maar van de school ook een vak essay moeten volgen.
Die wisseling van genre valt hun soms zwaar: de vervoering die mensen voelen bij het schrijven van gedichten en proza verdwijnt vaak als ze vanuit zichzelf moeten denken. Bij ‘essay’ worden ze geacht te verwijlen bij hun gedachten, in plaats van te verdwijnen in personages plus plot.
Nu werkt het begrip ‘essay’ zelf ook wel tegen. Alle zinnelijkheid die Montaigne ooit aan het essay toeschreef – hij refereerde zowel aan ‘proberen’ als aan ‘proeven’ – lijkt uit het begrip verdwenen. ‘Essay’ staat immers ook voor taaie scriptie-achtige brouwsels, voor prikkelende opinies over actuele zaken, voor opstellen die ruiken naar muffe zolders met een klein raampje op het noorden.
Een ander probleem is dat het essay veronderstelt dat je vanuit ‘ik’ schrijft zonder dat het strikt particulier wordt. Dat is ook al lastig: wanneer is iets interessant voor een ander? Essayeren drijft op onzekerheid over de wereld, niet op onzekerheid over jezelf.
Een essay is ‘’een tamelijk kort stuk proza waarin een schrijver een persoonlijk licht werpt op een onderwerp dat interessant is voor een breed publiek.’’ Dat ga ik mijn studenten dit jaar maar eens niet vertellen. Ze raken door dit soort definities alleen maar van slag.
Dit jaar ga ik mijn studenten laten zoeken naar de onderwerpen waar zij over mijmeren. Zaken waar hun gedachten rondom blijven cirkelen, in een tekst die aanvoelt als een warm vrouwenlichaam, zoals de Amerikaanse essayist Cynthia Ozick ooit schreef:
‘Like a poem, a genuine essay is made of language and character and mood and temperament and pluck and chance.’
Ik ga het begrip ‘essay’ vervangen door het wat vriendelijker, minder ambitieus klinkende term ‘mijmering’, in de hoop dat dit zinnelijker, poëtischer teksten gaat opleveren. Verleidelijke teksten waarin het denken niet wordt geschuwd.