Zwangerschap kun je ook niet proberen

In de inleiding op Kaas, zoals gepubliceerd in tijdschrift Forum, schrijft Willem Elsschot over stijl. Hij vergelijkt schrijven met componeren, waarin de schrijver helaas slechts met armzalige, ‘jammerlijke’,  woorden kan werken. Maar de principes zijn vergelijkbaar. Lees:

Van af den aanhef, want een boek is een lied, moet men het oog houden op het slotakkoord, waarvan iets door ’t heele verhaal geweven moet worden, als het Leitmotiv door een symphonie. De lezer moet geleidelijk een gevoel van onrust over zich voelen komen, zoodat hij zijn kraag opzet en aan een paraplu denkt, terwijl de zon nog in haar volle glorie staat.

En zoals bij muziek elke noot een verband moet hebben met alle andere, zo geldt dat ook voor alle woorden in een tekst:

Wie het slot niet uit het oog verliest zal van zelf alle langdradigheid vermijden omdat hij zich telkens afvragen zal of ieder van zijn details wel bijdraagt tot het bereiken van zijn doel. En hij komt dan spoedig tot de ontdekking dat iedere bladzijde, iedere zin, ieder woord, ieder punt, iedere komma het doel nader brengt of op afstand houdt. Want neutraliteit bestaat niet in kunst. Wat niet volstrekt noodig is dient streng geweerd en waar het met één personage kan is een menigte overbodig.

En tot slot: proberen mag niet in de kunst, aldus Elsschot. Baren kun je immers ook niet proberen.

In de kunst mag niet geprobeerd worden. Probeer niet te schelden als gij niet toornig zijt, niet te schreien als uw ziel droog staat, niet te juichen zoolang gij niet vol zijt van vreugde. Men kan probeeren een brood te bakken, maar men probeert geen schepping. Men probeert ook niet te baren. Waar zwangerschap bestaat volgt het baren van zelf, ten gepasten tijde.

Beetje flauw, vind ik, dat verbod. Proberen mag natuurlijk altijd. Het gaat Elsschot meer om het faken, om onoprecht schrijven. Dat zou inderdaad niet moeten mogen.